Examples of using Echte date in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dit is een echte date.
En je op een echte date mee nemen.
Je wilt dus een echte date.
Herken je het geluid van een echte date?
Dit is jullie eerste echte date.
Ik kan met je op een echte date gaan.
Ik wil je morgen meenemen voor een echte date.
Ik wil je morgen op een echte date meenemen.
Dan is het een echte date.
Ja, een echte date.
Maar het was geen echte date.
Maar vanavond wil ik een echte date.
Ik denk dat Fransen graag op een echte date gaan.
Dat is geen echte date, Het is Randy maar.
Zorg volgende keer voor een echte date, dan zal ik het overwegen?
Geen echte date.
Bij een echte date maak ik geen geintjes. Zie je?
Een echte date. Dan ga ik me thuis omkleden.
Een echte date?
Niet een echte date natuurlijk.