Examples of using Eigen schuld in Dutch and their translations into English
{-}
- 
                        Colloquial
                    
 - 
                        Official
                    
 - 
                        Ecclesiastic
                    
 - 
                        Medicine
                    
 - 
                        Financial
                    
 - 
                        Computer
                    
 - 
                        Ecclesiastic
                    
 - 
                        Official/political
                    
 - 
                        Programming
                    
 
Wees niet.- Het is mijn eigen schuld.
Dit is mijn eigen schuld.
Ah, het is mijn eigen schuld, echt.
Dit is onze eigen schuld.
Mensen vluchten van nature weg van hun eigen schuld.
Paul's dood, is zijn eigen schuld.
Dit is zijn eigen schuld.
Net zoals je eigen schuld.
Waarom?- Het is mijn eigen schuld.
Dat was mijn eigen schuld.
Andere zijn onze eigen schuld.
Ah, het was mijn eigen schuld.
Het is m'n eigen schuld.
Het is mijn eigen schuld.
Maar het is jullie eigen schuld.
Het was uw eigen schuld.
Het is z'n eigen schuld.
Is het dan toch hun eigen schuld dat ze lage welvaart hebben?
Het is je eigen schuld want je zong zo goed.
Het is m'n eigen schuld, maar het verlamt me.