Examples of using Gisteren nog in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik zag je gisteren nog vrolijk dansen met die blonde?
Dat zei ik gisteren nog tegen een zuster.
Ik heb gisteren nog voor 'm gebeden.
Ik stond gisteren nog in de opnamestudio.
Hij was gisteren nog een kind.
Alsof ik je gisteren nog gezien heb.
Gisteren nog, op dat feest.
Gisteren nog, zat ik aan mijn ex te denken.
En gisteren nog vier dure auto's. 's Rolls gestolen.
Hij was gisteren nog bij jullie.
Niet te geloven dat we er gisteren nog rondwandelden.
Ik vind niets terug van het meisje, dat ik gisteren nog was.
Het was er toen ik gisteren nog.
Ik heb het gevoel dat ik dat gisteren nog tegen jullie zei;
Ik vind niets terug van het meisje, dat ik gisteren nog was.
Heel lang geleden… Gisteren nog maar.
Hij heeft deze gisteren nog bijgewerkt.
Zo hoog stond het water gisteren nog niet.
Alsof ik je gisteren nog zag.
Ik heb dat meisje gisteren nog gezien.