Examples of using Hij trok in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij trok er een flink aantal studenten.
Hij trok de kap van je hoofd?
Hij trok een muur op en kon er niet doorheen komen.
Hij trok 't eerst.
Hij trok zijn pistool. We ruzieden.
Hij trok mijn oorbellen uit.
Ja hij trok hem in de vijver en hield hem onderwater.
Hij trok een leerling aan van Louis Pasteur als hoofd van het laboratorium.
Hij trok zijn troepen terug naar Gainesville.
Hij trok het uit zijn context.
Hij trok zijn hoofd terug
Hij trok z'n wapen, ik schoot.
Nee, hij trok in bij zijn teef.
Hij trok zijn wapen, maar ik was sneller.
En hij trok door Syri en Cilici,
Hij trok mijn shirt uit, en deed het.
Hij trok het zich hard aan.
En hij trok me m'n slaapkamer in.
Hij trok zijn laarzen aan.