Examples of using Ik wil zeggen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik wil zeggen dat het beter wordt.
Wat ik wil zeggen.
Wat ik wil zeggen.
Wat ik wil zeggen is, er is geen twijfel over.
Ik wil zeggen.
Ik wil zeggen dat het me spijt.
Wat ik wil zeggen, ik heb tegen je gelogen.
Wat ik wil zeggen is, dat soms,
Luister, ik wil zeggen dat het me erg spijt.
Ik wil zeggen dat vrouwen niet zwak zijn.
Wat ik wil zeggen, je weet wel.
Ik wil zeggen dat we allebei aan de kant van de waarheid staan.
Ik wil zeggen, houden Italianen… van transparante zaken?
Begrijp je wat ik wil zeggen?
Ik wil zeggen waar ik over zat te denken.
Wat ik wil zeggen is dat ik haar geïdentificeerd heb.
Wat ik wil zeggen, is dat ik verliefd op je ben.
Wat ik wil zeggen, wees voorziching met je verwachtingen?
Wat ik wil zeggen is simpel.
Ik wil zeggen dat ik spijt heb… diep wat er gebeurde.