I WANT TO SAY in Dutch translation

• ik wil zeggen
• wil ik opmerken
• ik zou graag zeggen
• ik wil je vertellen
• ik moet zeggen
• ik zou willen stellen
• ik wilde zeggen
• ik wou zeggen
• ik wil mededelen

Examples of using I want to say in English and their translations into Dutch

I want to say.
Ik wou zeggen.

There is one thing I want to say.
Er is een ding dat ik wil zeggen.

What I want to say was that… I forgive you.
Ik wilde zeggen dat… ik je vergeef.

I want to say… What's your name again?
Wat is je echte naam ook weer? Ik wou zeggen.

And that's all I want to say.
Dat is alles wat ik wil zeggen.

That is all I want to say on the political aspects.
Dat is alles wat ik wilde zeggen over de beleidskwesties.

That's all I want to say.
Dat is alles wat ik wou zeggen.

Sir, it's all I want to say.
Meneer, dat is alles wat ik wil zeggen.

I want to say that you guys are crazy.
Ik wilde zeggen dat jullie gek zijn en dat dit niet mogelijk is.

I didn't know how to say what I want to say.
Ik wist niet hoe te zeggen wat ik wou zeggen.

Your Grace, I want to say.
Uwe Genade, ik wil zeggen.

Your Honor, that's what I want to say.
Dat is wat ik wilde zeggen, Edelachtbare.

There's so much I want to say.
Er is zoveel dat ik wil zeggen.

That's not what I want to say.
Dat is niet wat ik wilde zeggen.

I have an idea of what I want to say.
Ik heb een idee, wat ik wil zeggen.

But I guess that's what I want to say.
Maar dat is eigenlijk wat ik wilde zeggen.

I know what I want to say.
Ik weet wat ik wil zeggen.

That's all I want to say.
Dat is alles wat ik wilde zeggen.

Fang Wuzhou! Xu Ying, I want to say.
Fang Wuzhou! Xu Ying, ik wil zeggen.

I forgive you. What I want to say was that.
Dat ik je vergeef. Ik wilde zeggen.