Examples of using Jool in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jool, je had gelijk.
Jool, laat ons erlangs.
D'Argo, Jool is geraakt!
Jool is nog in de melkkamer.
Jool, jij moet ook meekomen.
Wees niet bang. Waar is Jool?
Maakt Jool je al gek?
Nu, Jool.
Waar is Jool? Wees niet bang.
Waar is Jool? Wees niet bang?
Chiana, iemand moet bij Jool blijven.
Jij en Jool komen met mij mee.
Jool, ik ga op zoek naar grootmoeder.
Jool, je vrienden onderhandelen met de Vredestichters.
Nu, Jool. Ze hebben gevuurd!
Jool, leg jij het hem uit?
Daar heb ik geen probleem mee, Jool.
Jool, ik ga op zoek naar grootmoeder.
Ik denk dat die beslissing bij Jool ligt.
Ik keek even weg en Jool greep naar de bediening.