KAPOT in English translation

apart
uit elkaar
behalve
naast
afgezien
uiteen
los
gescheiden
onderscheidt
in duigen
tussenpoos
defective
defect
gebrekkig
kapot
ondeugdelijk
gebreken
beschadigd
gebreken vertonen
een defecte
onvolkomen
faulty
kapot
fout
defecte
gebrekkige
foutieve
slechte
verkeerde
onjuiste
ondeugdelijke
een defecte
kaput
kapot
stuk
kaduuk
knackered
kapot
moe
doodop
bekaf
doodmoe
uitgeput
gebroken
gesloopt
afgepeigerd
heartbroken
diepbedroefd
verdrietig
kapot
er kapot van
gebroken
met een gebroken hart
ontroostbaar
liefdesverdriet
broken
breken
pauze
vakantie
breuk
onderbreking
overtreden
doorbreken
doorbraak
kapot
een break
busted
borstbeeld
borst
arrestatie
failliet
inval
breken
pakken
arresteren
mislukking
flop
destroyed
vernietigen
verwoesten
kapotmaken
vernielen
verderven
kapot
verdelgen
ruïneren
verpesten
uitroeien
devastated
verwoesten
vernietigen
kapot van

Examples of using Kapot in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Je maakt me kapot, Cooper!
You're killing me, Cooper!
Je was helemaal kapot toen Alex verdween.
You were completely ruined when Alex disappeared.
Ja, ik ben kapot.
Yeah, I'm wrecked.
Kunnen we hem maken?- Hij is kapot.
Can we fix him? He's broken.
Maar er is wat gereedschap kapot.
But what they have Your tools destroyed.
Een van de gasleidingen moet kapot zijn.
One of the gas lines must be busted.
Ze was kapot toen haar blauwogige Josh haar verliet.
She was crushed when her blue-eyed Josh left her.
Ik ben kapot, kan iemand anders dat doen?
I'm shattered, can someone else do it?
We waren allemaal kapot van Tommy's dood.
By Tommy's death. We were all devastated.
Dit gaat te ver, jullie maken mijn zaak kapot.
It's outrageous. you are killing my business.
Al mijn spullen zijn kapot.
All my stuff is wrecked.
Kijk. Het is een kapot horloge.
It's a ruined watch. Check it out.
Kousen stoppen tot ze helemaal kapot zijn.
Stockings stop until they are completely destroyed.
Ik ben kapot.
I'm broken.
Ik dacht even dat het kapot was.
For a minute, I thought it was busted.
Zijn telefoon is kapot, zo kunnen we hem niet volgen.
Smashed his phone so we couldn't track them.
Ik ben kapot door de depressie.
I'm shattered with depression.
Je was kapot toen ze met je vader trouwde.
It must have crushed you when Kate married your dad.
Ik ben echt kapot van wat hier is gebeurd.
I'm really truly devastated by what's happened here.
De Conrad Cains in deze wereld maken deze geweldige natie kapot.
It's the Conrad Cains of this world who are killing this great nation.
Results: 6586, Time: 0.1112

Top dictionary queries

Dutch - English