Examples of using Leren vliegen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wie je niet kunt leren vliegen, moet je leren om sneller te vallen.
Wil je leren vliegen- zou je dat willen?
Als de politie heeft leren vliegen, is het om de vogels te krijgen.
Ik wil leren vliegen, niet paardrijden.
Ik ga leren vliegen en je houdt me niet tegen.
Je wil leren vliegen met een helikopter en de ultieme vrijheid ervaren.
Noortje wil best wel leren vliegen.
Ze vormen de oplossing voor iedereen die wil leren vliegen.
Dit betekent dat je een Sukhoi wel een beetje moet leren vliegen.
Olli Ball is een grappig klein olifantje dat graag wil leren vliegen.
Blog Research Kan een hond leren vliegen?
wil je leren vliegen?
wilde altijd al leren vliegen.
In die korte tijd moeten ze leren vliegen en zelf leren jagen.
Ik moet leren vliegen.
Hij wilde niet zozeer leren vliegen.
kan je beter leren vliegen.
Ik wil helikopter leren vliegen.
En nu moet ik ermee leren vliegen.
Je hebt veel gescheiden vrouwen leren vliegen.