Examples of using Let in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jij let op de de hond.
Let op 't zand dat achterblijft als hij door de wand gaat.
Let op uw taal. Hey, jij!
Ja, let gewoon op.
Let op het patroon van de blauwe plek op z'n borst.
Junior, let op dat andere meisje!
Let op de ballonnen zijn geen speelgoed.
Let op wat je zegt, man.
Let op de finesse van de knopen.
Let op haar, alstublieft.
Let op 'm, Abby.
Let op de vrouw achter de kleren.
Let op uw sigaar.
Let op de intense overreactie.
En let alsjeblieft op je taal aan tafel.
Let er gewoon op dat je cocossap als deel van een uitgebalanceerde voeding drinkt.
Let op dat onze parfums niet kunnen worden geretourneerd.
Hi people, let us live Uiterlijk.
Let op haar, Mr. Hastings.
Ik let nooit op die nummers.