Examples of using Lomp in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het was lomp, zeker.
Catchy en lomp, zoals we het graag horen.
Te lomp, John.
Je bent boos, veroordelend, lomp, niet op een leuke manier.
Het is gewoon lomp voor mij. Lomp. .
Gabe, heel lomp.
Hij is lomp maar heel doeltreffend.
Lomp, naïef, zwak.
Pim S.: Lomp, traag, chaotisch.
Je methoden kunnen lomp zijn, Dr. Bertrand. Ja.
Lomp en traag, clansman.
Dat ze dik en lomp waren en hun vrouwen niets wisten.
Misschien ben ik te lomp voor je, te ongecompliceerd.
Misschien herinner je je hem- groot, lomp, dood.
Wat ben je toch lomp.
Jij bent ongelofelijk lomp, en, zoals je zelf al ontdekt hebt.
Lomp en snel, maar melodieuze death metal met thrash roots.
Ik voelde me lomp en stijf, niet echt op m'n gemak.
Dat ze dik en lomp waren en hun vrouwen niets wisten.
Het was een lomp uitziend tuig om de maanlanding mee te oefenen.