Examples of using Manipuleert in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij manipuleert de aarde.
Je manipuleert en liegt aan de lopende band.
Je manipuleert ons.
Volgens u manipuleert senator Allgood de publieke opinie.
Maar Wanda manipuleert de waarneming van mensen,
Je manipuleert alleen maar.
Ratcliffe manipuleert de koning!
Hij manipuleert ons weer!
Ze manipuleert mensen.
Jij manipuleert iedereen… en waarvoor?
Je manipuleert hem.
Ben. En wie manipuleert jou, John?
Ze manipuleert eenzame, verloren meisjes.
Je manipuleert hem.
Jij manipuleert alleen.
En wie manipuleert jou, John?- Ben?
Dominic manipuleert iedereen.
Hij kruipt in je hoofd, manipuleert je.
Ze manipuleert je?
Mijn Vader, hij manipuleert me. Ze zijn terug.