Examples of using Pistool in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Sammy, een pistool is geen speelgoed.
Ze trokken hun pistool, maar het kwaad was geschied.
Met een pistool in uw zak?
Ik dood niet met mijn pistool.
Ik bel over uw wapen, het pistool.
Ze trokken hun pistool en schoten haar dood.
Wilt u pistool, sabel of rapier?
Ik kom terug met mijn pistool.
Ik wil dat jij m'n pistool bent, Mary.
Een Latino, gewapend met een pistool.
Ze kunnen een pistool hebben onder hun shirts, sukkel.
Voor een pistool, 1000 voor groter.
Een Colt Double Eagle Commander pistool.
Ik heb het gedaan. Ik gebruikte zijn pistool.
Ik bel over uw wapen, het pistool.
Leg je pistool neer, jongens.
Wilt u pistool, sabel of rapier?
Waar is dit pistool nu?
Ik bel over uw wapen, het pistool.
Nee, ik had mijn pistool niet bij.