Examples of using Sprakeloos in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Henley? Ik heb haar nog nooit sprakeloos gezien.
Sandy, ik ben sprakeloos.
Uwe majesteit, ik ben sprakeloos.
Nu ben je sprakeloos.
Tom, ik ben sprakeloos.
Voor een keer is hij sprakeloos.
Ik ben gewoon sprakeloos.
Eerlijk gezegd ben ik sprakeloos, Alfie.
Larry, ik ben sprakeloos.
Hij is sprakeloos.
Menigten stonden sprakeloos, hoorden Hem in eigen taal.
Ik ben echt totaal sprakeloos en in shock!
We sprakeloos?
Sorry, ik ben een beetje sprakeloos, ik.
De eerste keer bezoekers zijn altijd sprakeloos door de overweldigende schoonheid van het eiland.
U wordt sprakeloos achtergelaten bij het aanzicht van deze beeldschone naakte vrouw.
En hopelijk ben jij dan sprakeloos door mijn talent en werk!
Sprakeloos, ben je,?
Was ik sprakeloos door je eerlijkheid en je toewijding aan Kevin.
Ik was eerlijk gezegd een beetje sprakeloos dat ze de eerste voor je viel.