Examples of using Tijm in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Roer er tijm, zout en peper door.
Verwijder de laurierblaadjes en tijm en voeg de dadels toe.
Voeg de tijm, laurier, en het gebakken stoofvlees toe.
Tijm voor zelfvertrouwen?
Tijm wassen, droog schudden
Voeg de tijm, laurier, en het gebakken stoofvlees toe.
Meng 4 el olijfolie met tijm en 1 fijngehakte teentje knoflook.
Voeg tijm, slagroom, zout
Op basis tijm ontwikkelde verschillende geneesmiddelen die hoest kan verlichten.
Strooi tijm over de carpaccio en giet daarna de dressing erover.
Twee eetlepels tijm gieten 500 mg kokend water;
Takjes tijm of andere vers kruid.
Een theelepel tijm en een snuifje salie.
Je mag wat tijm afrissen als je dat wilt.
Een mix van wilde tijm, sesamzaadjes en sumak.
Tijm, het Typische Kruid van de Mediterraanse Keuken!
Die tijm voegt echt een specifieke smaak toe!
Meng de gesneden groenten met tijm en olijfolie.
Leg op elk stuk peer een klein takje tijm.
Voorbereiding voor gegrilde smakelijke kip met groenten en tijm.