Examples of using Toejuichen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik kan dat alleen maar toejuichen.
Een boeiende evolutie die het VFL alleen maar kan toejuichen.
Elk team wordt een groep voetbalfans die hun team toejuichen.
Bedrijfsmensen die op geïsoleerde witte achtergrond toejuichen.
Heel Napels zal je toejuichen.
Ik weet dat je dit zou toejuichen.
Iets dat ik alleen maar kan toejuichen.
Het publiek was hen aan het toejuichen.
Wij willen dit uitdrukkelijk onderstrepen en toejuichen.
Iemand die ze kunnen toejuichen.
Dat besef moeten wij toejuichen en bewaken.
Dit kunnen we alleen maar toejuichen.
Het geluid van 40 000 mensen die applaudisseren en je toejuichen is enorm.
Kom me toejuichen.
Wij kunnen deze overeenkomst dan ook toejuichen.
Dan zal ik jou toejuichen.
In sommige culturen zouden we ze toejuichen bij hun orgasme.
Deze plotselinge aanbod zal zeker u omhoog toejuichen.
Dat zijn trends die wij toejuichen," aldus Urbach.
In grote steden zal het publiek me toejuichen.