Examples of using Uitgeput in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik ben uitgeput, laat me.
Mensen waren zo uitgeput Dat er niets werd gedaan.
Je hebt uitgeput dat. Fijn.
Ze zijn allemaal uitgeput.
Aan het eind van de tweede dag was ik uitgeput.
Wat?- Onze dysonium energievoorraad is uitgeput.
Hij uitgeput op de grond.
De aarde heeft uitgeput van haar grootste bron, water.
Uitgeput dat de wereld faalt voor mij.
Gebroken tractor, uitgeput oude caravan… Roestig hek.
worden de reserves uitgeput.
Ik ben gewoon ontzettend uitgeput.
We hebben de bodem met onze intensieve productie uitgeput.
Ik ben constant letterlijk uitgeput.
Waarschuwing, zuurstof nu uitgeput.
De tijd was uitgeput en nu zouden de kiezers spreken.
Ik was uitgeput en jij gaf me energie.
Uitgeput? Je lijkt… Alles oké?
Ik ben alleen uitgeput.
emotioneel zo uitgeput.