Voorbeelden van het gebruik van Uitgeput in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Uitgeput en met micro-scheuren voor deze stimulus,
Want mijn ziel is uitgeput, vanwege de moordenaars.”.
Ziek en totaal uitgeput als gevolg van de slechte behandeling en omstandigheden in gevangenschap.
We zijn allemaal levend en wel… hoewel nogal uitgeput na een hectische zomer.
Maar uitgeput na een lange mars.
Je bent uitgeput, je partner wordt vermist
We zijn allemaal uitgeput.
Ja, we zijn uitgeput.- Welterusten.
Je ziet er net zo uitgeput uit als ik.
Dorstig en uitgeput.
Ik weet zeker dat ze net zo uitgeput zijn als ik.".
Volgens mij heeft het zichzelf uitgeput met de deur en moet het nu uitrusten.
Liefde' is een woord dat zo is uitgeput.
En de hele tijd uitgeput.
We zijn allebei uitgeput.
De leden van het geluidsteam zagen dat iedereen was uitgeput.
Is onze kracht door de eerste schepping uitgeput?
ik ben een beetje uitgeput.
Het interesseert me niet, ze is uitgeput.
Als het denken uitgeput is zijn we bij de drempel van onze ware natuur.