Voorbeelden van het gebruik van Uitgeput in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Denk je dat ik uitgeput ben.
Na de oorlog was ik uitgeput.
Het Engels kapitaal was toen uitgeput.
het potentieel is nog lang niet uitgeput.
Je bent vast uitgeput.
Ik zei tegen m'n commandant dat ik uitgeput was.
Ik was zo uitgeput, dat ik me nauwelijks kon bewegen.
Zijn Wij dan uitgeput door de eerste schepping?
Ik ben uitgeput, Zoë.
De goudvoorraad was snel uitgeput.
Door het grote aantal kabels is de capaciteit van de lege leiding nu echter uitgeput.
Totdat je weer in het ziekenhuis terecht komt, uitgeput, voor dood achtergelaten.
Ik ben gewoon zo uitgeput.
Ik ben totaal uitgeput.
Kameraden… m'n familie en ik zijn uitgeput.
Uitgeput, in de minderheid, je lijdt duidelijk pijn… en toch versla je al mijn leerlingen.
Ja, ik ben uitgeput.- Hier?
Deze natuurlijke voorraden waren al snel uitgeput.
Al zijn juridische claims zijn uitgeput.
Ze zijn na elke missie uitgeput.