FERTIG - vertaling in Nederlands

• klaar
• gereed
• kapot
• afmaken
• afronden
• afgewerkt
• voltooid
• uitgepraat
• afgerond
• afgemaakt

Voorbeelden van het gebruik van Fertig in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Wenn die Reparaturen am Stromnetz fertig sein werden.
Deze zullenl afgewerkt worden. wat betreft reparaties aan het elektriciteitsnet.

Sind die fertig auf dem Friedhof?
Zijn ze klaar op 't kerkhof?

Es wird fertig.
Het zal worden voltooid.

Ich war echt fertig.
Ik was echt kapot.

Ich mache das fertig.
Ik ga deze afmaken.

Der Avatar Ihrer Tochter ist fertig.
Je dochters avatar is gereed.

Fertig, abgegeben, alles.
Afgewerkt, geleverd, alles.

Fertig fürs Teambriefing?
Klaar voor de teambriefing?

Das ist noch nicht fertig.
Dit is nog niet afgerond.

Hier sind wir fertig.
Hier zijn we uitgepraat.

Zwanzig Prozent fertig.
Twintig procent voltooid.

Dich mach ich fertig.
Ik maak je kapot.

Wir machen sie fertig.
We gaan ze afmaken.

Wir sind fast fertig.
We zijn bijna gereed.

Die Story wurde nicht fertig und die Wahl fand statt.
Het verhaal werd nooit afgemaakt en toen kwam de verkiezing.

Mit ihnen sieht jeder Teil fertig, edel und elegant.
Met hen enig gedeelte ziet er afgewerkt, nobel en elegant.

ist Ihre Klinik fast fertig.
de bouw van je kliniek bijna afgerond is.

Ich freu mich schon aufs Lesen, wenn's fertig ist.
Wel, ik ben benieuwd om het te lezen als je klaar bent.

Natürlich. Wir sind nicht fertig.
Natuurlijk. Wij zijn niet uitgepraat.

Fünfzig Prozent fertig.
Vijftig procent voltooid.