Examples of using Zij vroegen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zij vroegen de plaatselijke bevolking om hulp.
Zij vroegen naar haar papieren, ze geeft hen haar paspoort.
En zij vroegen haar:“Mevrouw, waarom huilt u?”?
Zij vroegen Hem toen:“Wie zijt Gij dan?”?
Zij vroegen 1, 6 duizend tehuisbewoners naar hun gezondheid en leefsituatie.
En zij waren allen verbaasd, zodat zij elkaar vroegen: Wat is dit?
Zij vroegen onze samenwerking voor andere specialiteiten zoals urologie en gynaecologie.
En zij vroegen niet wat ik er mee zou doen.
Zij vroegen ons om te kijken.
En zij vroegen Hem: Doet U ook kinderfeesten?
Zij vroegen voor ondersteuning.
Zij vroegen de Commissie naar de omstandigheden in de Grieks opvangcentra.
Zij vroegen hem:"Wat is er aan de hand Abulhakam?
Zij vroegen hem om hun rijkdommen en krijgsgevangenen terug te geven.
Zij vroegen om dit samen met ons te mogen doen.
Zij vroegen erom.
En zij vroegen hem: Wat dan?
Zij vroegen Hem dan:“Waar is uw Vader?”?
Er komt een vrijgezellenfeest volgende week, en zij vroegen er om.
God weet hoeveel zij ervoor vroegen.