ZIJN ASSISTENT in English translation

his assistant
zijn assistent
zijn medewerker
zijn adjunct
zijn knecht
zijn helper
zijn secretaresse
zijn hulpje te zijn
zijn hulp
om assistente te zijn
his aide
zijn assistent
zijn adjudant
zijn hulp
zijn assistente
his deputy
zijn plaatsvervanger
zijn assistent
zijn adjunct
zijn deputy
zijn hulpsheriff
zijn vervanger
zijn rechterhand
zijn afgevaardigde
zijn plaatsvervangend
z'n onderdirecteur
his assistent
zijn assistent
his dresser
zijn assistent
z'n dressoir
zijn kast
his secretary
zijn secretaresse
zijn secretaris
zijn minister
zijn assistent
zijn secretariaat
his assistants
zijn assistent
zijn medewerker
zijn adjunct
zijn knecht
zijn helper
zijn secretaresse
zijn hulpje te zijn
zijn hulp
om assistente te zijn
his henchman
zijn handlanger
zijn assistent
zijn volgeling
his TA
his amanuensis

Examples of using Zijn assistent in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
De chef kassier en zijn assistent klommen erop.
The chief cashier and his assistants climbed up on top.
Die kwam van zijn assistent.
It came from his aide.
Rechercheur Church, meneer en zijn assistent, Brigadier Bruce.
DI Church, sir, and his bagman, DS Bruce.
Wendell, zijn assistent.
Wendell, his assistant.
Ja, aan zijn assistent.
Yes, I gave it to his secretary.
Dat weet Larry Borman wel, zijn assistent.
Larry would know. Larry Borman, his aide.
Nou, ze was zijn assistent.
Well, she was his assistant.
Ja. Het enige probleem was zijn assistent.
Yes. The only problem has been his assistant.
Leuk. Drie. Iemand Hall of zijn assistent gezien?
Three. Nice. Anyone got eyes on Hall or his aide?
Misschien is ze niet zijn assistent.
Maybe she's not his assistant.
Leuk. Iemand Hall of zijn assistent gezien?
Nice. Trevor: Anyone got eyes on Hall or his aide?
Ja, ik ben zijn assistent.
Yes, and I'm his assistant.
Ziet iemand Hall of zijn assistent? Mooi.-Drie.
Three. Anyone got eyes on Hall or his aide? Nice.
Dr Chang en zijn assistent.
Dr. Chang and his assistant.
Ziet iemand Hall of zijn assistent? Mooi.-Drie?
Nice. Three. Anyone got eyes on Hall or his aide?
Nee. Billy, zijn assistent.
No, I'm Billy, his assistant.
Ziet iemand Hall of zijn assistent? Mooi?
Nice. Trevor: Anyone got eyes on Hall or his aide?
Nee, nee. Ik ben zijn assistent.
No, no. I'm his assistant.
Corrigan en zijn assistent.
Corrigan and his assistant.
Prakash, zijn assistent.
Prakash, his assistant.
Results: 467, Time: 0.0717

Word-for-word translation

Top dictionary queries

Dutch - English