GET IT TOGETHER in Dutch translation

[get it tə'geðər]
[get it tə'geðər]
verman je
pull yourself together
get your shit together
man up
get it together
get a grip
get ahold of yourself
your shit together
buck up
yourself up
toughen up
herpak je
doe het samen
do it together
raap je bij elkaar
het bij elkaar krijgen
pak je samen

Examples of using Get it together in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
We get it together.
We krijgen het voor elkaar.
Get it together.
Hou het bij elkaar.
Get it together down there, fast.
Zorg dat je het voor elkaar krijgt, snel.
Let's get it together.
Laten we het met elkaar regelen.
Get it together. That's what I'm talking about!
Raap het bijeen. Dat is wat ik bedoel!
Get it together you moron.
Verman je, jij debiel.
Get it together, you big baby!
Verman u, enorme baby!
Let's get it together.
Zullen we het samen halen?
At this point, get it together or get lost.
Op dit punt, haal het samen of verdwaal.
Get it together.
Breng het in orde.
Gotta get it together Yeah pull up and shoot!
Gotta elkaar krijgen Ja omhoog te trekken en te schieten!
Let us make a covenant, get it together.
Laten we een verbond sluiten, er samen uitstappen.
You're handicapped, but get it together.
Je bent wel gehandicapt, maar beheers je toch.
we had to get it together.
moesten we ons herpakken.
guilty, and you have to get it together.
vol schuldgevoel… en je moet je herpakken.
You know, one day I will get it together and you will be proud of me.
Eens zal ik alles voor elkaar hebben en zul je trots op me zijn.
when this whole thing is over, we can get it together.
Ik moet terug, en als alles is overgewaaid, kunnen we het weer samen doen.
Hey. We got it together, baby.
Hé, we hebben het voor elkaar, schat.
We got it together.
We hebben hem samen gekocht.
You got it together.
Je hebt het voor elkaar.
Results: 48, Time: 0.0706

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch