GOT UP in Dutch translation

• opstond
• ben opgestaan
• heb
• kwam
• ging
• wakker werd
• opstonden
• opstaan
• moest
• kreeg
• weer op
• stapte
• stond op

Examples of using Got up in English and their translations into Dutch

When we got up this morning, he was gone.
Toen wij vanmorgen opstonden, was hij weg.

When they got up, they were wheezing.
Als ze opstaan, waren ze buiten adem.

Sunday morning I got up with a headache and a fever.
Zondagmorgen ben ik opgestaan met barstende koppijn en koorts.

Said goodbye. got up, and, um… Jane: He finished.
Zei gedag. Hij kwam klaar… stond op, en.

His stomach felt full when he got up.
Zijn maag voelde vol toen hij opstond.

She was gone when I got up this morning.
Ze was al weg toen ik wakker werd.

He got up to leave.
Hij moest vertrekken.

What sounds you got up in there,?
Wat voor muziek heb je daarin zitten?

I just got up too fast.
Ik ging gewoon te snel staan.

Eric wasn't feeling very well when we got up this morning.
Toen we vanmorgen opstonden was Eric niet lekker.

I got up early to finish writing my speech.
Ik ben vroeg opgestaan om mijn toespraak te schrijven.

I got up there… What happened? and Marin was not… stable.
Ik kwam daar aan en Marin was niet helder.

I was depressed when I got up this morning.
Vanmorgen bij 't opstaan Was ik depri.

I'm scared, I have just got up.
Ik ben bang, ik heb net opstond.

About time you got up.
Dat werd tijd dat je wakker werd.

He got up outta there,
Hij moest hier weg,

I got up in front of a crowd and sang.
Ik heb voor een publiek gezongen.

I got up to the door, I wanted to go
Ik ging naar de deur en wilde springen,

When we got up for breakfast showed that the current was inoperative.
Toen we opstonden om te gaan ontbijten bleek dat de stroom was uitgevallen.

If a man fell and got up immediately- a sign of imminent prosperity.
Als een man viel en kreeg onmiddellijk- een teken van aanstaande welvaart.