HAS A RIGHT in Dutch translation

• heeft het recht
• beschikt over een recht
• moet toch
• heeft 't recht
• hebben het recht

Examples of using Has a right in English and their translations into Dutch

If anyone has a right to claim them.
Als iemand het recht heeft om ze op te eisen.

I think he has a right to know.
Ik denk dat hij het recht heeft om het te weten.

Do you think she has a right to judge you?
Denk je dat ze het recht heeft om te oordelen over je?

He has a right to know who his father is.
Ik vind dat hij het recht heeft om te weten wie z'n vader is.

I'm just saying that Laurel has a right to be upset.
Ik zeg alleen dat Laurel het recht heeft om bezorgd te zijn.

You think she has a right to hold that baby?
Denk je dat ze het recht heeft om die baby vast te houden?

You know that he has a right to know.- No.
Je weet dat hij het recht heeft om het te weten. Nee.

You know that he has a right to know. No?
Nee. Vind je niet dat hij het recht heeft om het te weten?

I suppose she has a right to tell her story.
Ik neem aan dat ze het recht heeft om haar verhaal te vertellen.

And if anyone has a right to be pulling an attitude here, it's us.
Als iemand het recht heeft arrogant te zijn, zijn wij dat.

I believe the House has a right to be told.
Ik vind dat de plenaire vergadering het recht heeft dat te vernemen.

Like he has a right to choose.
Als of hij het recht heeft te kiezen.

I think his widow has a right to see that.
Ik denk dat z'n weduwe het recht heeft die te zien.

Any user has a right of access, rectification.
Elke gebruiker heeft een recht van toegang, recht te verbetering.

He has a right to his opinions.
Maar hij had geen recht om dat te zeggen.

BensonTrade has a right to replace a product by a comparable product.
BensonTrade behoudt zich het recht voor een product te vervangen voor een vergelijkbaar product.

The Customer has a right to see and correct his personal data.
U beschikt over een wettelijk recht op inzage en eventuele correctie van uw persoonsgegevens.

He has a right to use the facility.
Hij heeft een recht om de faciliteit te gebruiken.

Aw, come on! A person has a right to their own nudeness.
Ik heb recht op m'n eigen naaktheid.

She has a right.
Ze heeft dat recht.