Examples of using Recht in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Gevangenen hebben ook recht op medische zorgen, rechercheur.
M'n recht uitoefenen.
Goud. Recht en hoog, jongens. Zwart.
Ik kan geen recht krijgen voor Raina.
Het recht werkt niet altijd.
Nee, het is mijn recht.
Het recht van de Bondsrepubliek Duitsland is geldend.
Compenserend recht voor sulfanilzuur uit India.
Het recht op vergoeding werd vanaf 2009 stapsgewijs ingevoerd.
We proberen het recht te krijgen, Rosie.
Wat geeft u recht om hier iemand mee te brengen?
En het recht in onze handen.
Als burgerlijke partij heb je recht op een kopie van het dossier.
Jeff winger! Genie in recht.
Het zijn onze lichamen en ons recht om te protesteren!
De Staten waarvan het recht kan worden aangewezen, zijn.
Compenserend recht voor sulfanilzuur uit India II.
Recht op ziekengeld als u Nederland heeft verlaten.
Servers zijn recht vooruit, luitenant.
Je kunt zelfs het recht verliezen om het kind te zien.