I NEED TO GO in Dutch translation

• ik moet gaan
• ik moet naar
• ik wil naar
• ik moeten gaan

Examples of using I need to go in English and their translations into Dutch

Tomorrow. I need to go.
Morgen. Ik moet gaan.

I need to go by St.
Ik moet naar St.

I need to go write!
Ik moet gaan schrijven!

I need to go to Peter.
Ik moet naar Peter.

Bonilla, I need to go.
Bonilla, ik moet gaan.

I need to go in.
Ik moet naar binnen.

You know, I need to go meditate.
Weet je, ik moet gaan mediteren.

But I need to go to Lassie.
Maar ik moet naar Lassie.

I need to go, John.
Ik moet gaan, John.

I said I need to go home.
Ik zei: ik moet naar huis.

Now? I need to go.
Nu? Ik moet gaan.

I need to go to Mindanao.
Ik moet naar Mindanao.

I need to go-- now.
Ik moet gaan nu.

Yeah, I need to go upstairs.
Ik moet naar boven. Ja.

Everything's fine. I need to go.
Alles is in orde. Ik moet gaan.

I need to go down to rescue them.
Ik moet naar beneden om ze te redden.

You're hurt! I need to go.
Je bent gewond. Ik moet gaan.

I need to go out.
Ik moet naar buiten.

I'm sorry but I need to go.
Sorry, maar ik moet gaan.

No. I need to go home with my wife.
Ik moet naar huis met mijn vrouw. Nee.