LEARN TO WORK in Dutch translation

[l3ːn tə w3ːk]
[l3ːn tə w3ːk]
leren werken
learn to work
learningto work
learn how to operate
leer werken
learn to work
leren samenwerken
learn to work together
learn to cooperate
learn to collaborate
leert werken
learn to work
learningto work
learn how to operate

Examples of using Learn to work in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
You learn to work in an international and a multidisciplinary environment.
Je leert te werken in een internationale en veelzijdige omgeving.
We learn to work with Bister.
We hebben leren werken met Bister.
Learn to work in a pan-European organisation operating at an international level.
Word stagiair Leer werken in een pan-Europese organisatie op internationaal niveau.
Learn to work with herbs and plants.
We leren werken met planten en kruiden.
Learn to work from both sides of the equation.
Je moet leren werken met beide zijden van de vergelijking.
It is something they learn to work within.
Het is iets waar ze mee leren werken.
They learn to work in the spirit of these artists,
Ze leren werken in de geest van deze kunstenaars,
Learn to work, think and act as both an engineer
Leer werken, denken en handelen
The children learn to work with cassette tape-recorders which they carry with them
De kinderen leren werken met cassette-recorders die zij bij zich dragen
And you're gonna have to learn to work with her, fast, because if we don't find Hetty,
En je gaat snel met haar moeten leren samenwerken, want als we Hetty niet vinden,
Second, the patient must learn to work with stress and not drive it inward.
Ten tweede moet de patiënt leren werken met stress en niet rijden deze naar binnen.
Learn to work with light and shade in this step-by-step triptych painting,
Leer werken met licht en schaduw in dit stap voor stap drieluik-schilderij,
Sheltered workshops, providing employment for people with disabilities, must learn to work with both the traditional and fast-changing economy if they want to survive and flourish.
Beschutte werkplaatsen moeten flexibel leren samenwerken met de traditionele en snel veranderende economie, willen ze daarin een sterke speler blijven.
Your students can learn to work with the LEGO® Mindstorms® software thanks to the basic set.
Uw leerlingen kunnen dankzij de basisset leren werken met de LEGO® Mindstorms® software.
You learn to work with your soul Forest,
Je leert werken met je“Soul Forest”,
Excel can learn to work with these tools.
Excel kan met deze tools leren werken.
You learn to work with robot technology and mechanics, you learn to work better with a computer and you can play games with Marty De Robot.
Je leert werken met robottechnologie en mechanica, je leert beter werken met een computer en je kan spelletjes spelen met Marty De Robot.
You learn to set up, operate and clean various woodworking machines, and you learn to work with hand tools.
Je leert verschillende houtbewerkingsmachines instellen, bedienen en reinigen en je leert werken met handgereedschap.
But on the course it became clear to me that all those nuances have a name and that you can learn to work with them.
Maar op de cursus werd het me duidelijk dat al die nuances een naam hebben en dat je daar ook mee leert werken.
Learn to work on your inner feeling,
Leer om te werken aan je innerlijk gevoel,
Results: 71, Time: 0.0577

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch