LET'S GET TO WORK in Dutch translation

• laten we aan het werk gaan
• laten we aan de slag gaan
• laten we aan de slag
• laten we gaan werken
• we moeten aan de slag
• we aan het werk
• vooruit aan de slag

Examples of using Let's get to work in English and their translations into Dutch

So… let's get to work.
Dus… laten we aan het werk gaan.

Exactly. Let's get to work.
Precies. Vooruit, aan de slag.

Let's get to work. Fine.
Laten we aan de slag gaan. Fijn.

All set.: Let's get to work.
Helemaal klaar. Laten we aan de slag gaan.

I'm Donna. Then let's get to work.
Ik ben Donna. Laten we aan het werk gaan.

In Jesus' name-- Let's get to work.--amen.
In de naam van Jezus… Laten we gaan werken… amen.

Let's get to work. Thanks a lot.
Heel erg bedankt. Laten we aan de slag gaan.

Let's get to work. Nice.
Laten we aan de slag gaan. Mooi zo.

Let's get to work, Mr. Miller.
Laten we aan het werk gaan Mr. Miller.

Come on, boys, let's get to work.
Komaan, jongens. Laten we gaan werken.

Let's get to work.-Good.
Goed. Laten we aan de slag gaan.

Let's get to work. All set.
Laten we aan de slag gaan. Helemaal klaar.

All right, let's get to work, ladies.
Goed, laten we aan het werk gaan, dames.

In Jesus' name-- Let's get to work.
In de naam van Jezus Laten we gaan werken.

Good. Let's get to work.
Goed. Laten we aan de slag gaan.

Let's get to work. Okay.
Laten we aan de slag gaan.

Yes, ma'am. Let's get to work.
Jawel, mevrouw. Laten we aan het werk gaan.

Let's get to work. Well, then.
Laten we aan de slag gaan. Nou dan.

Let's get to work, buddy.
Laten we aan het werk gaan, maatje.

Let's get to work. Questions?
Vragen? Laten we aan de slag gaan?