TO DO THE WORK in Dutch translation

[tə dəʊ ðə w3ːk]
[tə dəʊ ðə w3ːk]
om het werk te doen
to do the job
to do the work
to do the task
werk
work
job
employment
do
effort
workplace
piece
bediene
to do the work
om work te doen
eraan werken
work on it

Examples of using To do the work in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I'm just here to do the work.
Ik ben gewoon hier om mijn werk te doen.
I would be willing to do the work on a contingency basis.
Ik zou bereid zijn het werk te doen met uitstel van betaling.
The kid refuses to do the work.
Dat kind weigert zijn werk te doen.
They get appointed to do the work of a deacon but without the ordination.
Zij krijgen een aanstelling in diaco-naal werk, maar ontvangen niet de diakenwijding.
How? I offer the men exorbitant wages to do the work.
Ik bied de mannen exorbitante lonen aan om het werk te doen. Hoe?
They're continuing to do the work of the American people.
Ze doen het werk van het Amerikaanse volk.
No. You got to do the work.
Jij moet het werk doen.- Nee.
You got to do the work.-No.
Jij moet het werk doen.- Nee.
He wanted to do the work.
Hij wilde de klus doen.
The Worst is When they expect you to do the Work.
Het is nog erger als ze willen dat jij het werk doet.
Leave the machine to do the work.
Laat de borstel het werk doen!
Message to those who set conditions to do the work of God.
Boodschap aan hen die voorwaarden stellen om Gods werk te doen.
The kid refuses to do the work.
Het kind weigert het werk te doen.
I will not corrupt any man to do the work of God.
Ik zal geen enkel mens corrumperen om Gods werk te doen.
One can even hire a consultant to do the work.
U kunt zelfs een consultant inhuren om het werk voor u te doen.
There must be some to do the work.".
Iemand moet toch het grove werk doen.".
The respondent's client/s want(s) the respondent to do the work.
De klanten willen dat de respondent het werk verricht.
Somebody's got to do the work.
Lemand moet het werk doen.
But you have got to do the work.
Maar je moet er wel voor werken.
You got to do the work.
Jij moet het werk doen.
Results: 282, Time: 0.057

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch