Voorbeelden van het gebruik van Anstand in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Diana hatte den Anstand, mich im Voraus zu warnen.
Weil du Anstand hast.
Hast du keinen Anstand?
Heb je geen welvoeglijkheid?Nein, du bist der Anstand persönlich.
Nee, jij bent de zedigheid zelve.genau wie Anstand und eheliche Treue.
Wenn du etwas Anstand hast, sag dem Richter.
Als je fatsoen hebt, zeg je tegen de rechter.du hast Anstand.
Je bent fatsoenlijk.Er war hatte nicht einmal den Anstand, um mir einen…- Robert!
Wist niet eens de beleefdheid om me een!Euer Anstand wird Euer Ende sein.
Je fatsoen zal je einde zijn.Früher hattest du so etwas wie Anstand.
Vroeger was je zo fatsoenlijk.Mein Anstand kennt kein Ende.
En mijn fatsoen kent geen einde.Keinerlei Anstand und schlechte Manieren.
Geen fatsoen en slechte manieren.Ohne Anstand, ohne Manieren?
Zonder fatsoen, of manieren?Mein Anstand kennt kein Ende.
Mijn fatsoen kent geen einde.Du hattest nicht mal den Anstand, einen Orgasmus vorzutäuschen.
Je had niet eens het fatsoen een orgasme te veinzen.Die Männer von Anstand und Ehre haben obsiegt.
De mannen van eer en fatsoen hebben gezegevierd.Ich glaube an Werte wie Ehrlichkeit, Anstand und Treue.
Ik geloof in de waarden van eerlijkheid, fatsoen en trouw.Das war deine letzte Chance, etwas Anstand zu zeigen.
Want dit is jouw laatste kans om wat fatsoen te tonen.Es war kein Anstand.
Het was geen fatsoen.Wollust und Gier haben Anstand und Sittlichkeit ersetzt.
Lust en hebzucht hebben fatsoen en ethiek vervangen.
