Voorbeelden van het gebruik van Fatsoen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Harry, heb je ooit het mysterie van het verloren fatsoen opgelost?
Binnen de grenzen van het fatsoen.
Je had niet eens het fatsoen een orgasme te veinzen.
Waar is je fatsoen?
De mannen van eer en fatsoen hebben gezegevierd.
Of je ambitie. De dagvaarding, het fatsoen.
er bestaat ook nog zoiets als fatsoen.
Ik geloof in de waarden van eerlijkheid, fatsoen en trouw.
Het is ook een kwestie van fatsoen.
Waar is jullie fatsoen?
Want dit is jouw laatste kans om wat fatsoen te tonen.
Ik zal jullie voor 't fatsoen de gewone lift wijzen.
Het was geen fatsoen.
Lust en hebzucht hebben fatsoen en ethiek vervangen.
Maar vriendelijkheid en fatsoen.
Eer en fatsoen.
Dit gaat niet over liefde, maar over fatsoen.
Je hebt geen fatsoen.
Mijn man had niet 't fatsoen te sterven.
Ze had niet het fatsoen om haar excuses aan te bieden.