Voorbeelden van het gebruik van Fatsoen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Er is nooit fatsoen geweest.
Die wijven hebben geen fatsoen.
Heb je geen fatsoen?
Ze kennen geen enkel fatsoen.
Jij hebt geen greintje fatsoen.
Heb je geen fatsoen?
Het is een kwestie van fatsoen.
Zij werden beschouwd als steunpilaren van fatsoen.
zijn betrouwbaarheid, fatsoen en waarachtigheid.
Ik bewonder uw fatsoen.
Die man kent geen enkel fatsoen.
De bijbel is de basis van het fatsoen en 't huwelijk.
Is er geen fatsoen meer?
Denk je dat je nog een greintje fatsoen in me kan opwekken?
Juist, want hij heeft integriteit, fatsoen en eer.
Je hebt geen idee over oprechtheid, eer en fatsoen!
Omdat je misschien nog een greintje fatsoen hebt daaronder.
Heb je geen fatsoen?
De basisregels van het fatsoen te respecteren(we weten dat het moeilijk is…
Hij heeft tenslotte alle regels van fatsoen verwaarloosd en wilde eenvoudigweg geen respect voor anderen tonen.