BERUFUNG - vertaling in Nederlands

• roeping
• beroep
• visioen
• benoeming
• te beroepen
• roepingen

Voorbeelden van het gebruik van Berufung in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Die Berufung warnte mich, dass jemand verletzt wird.
Het visioen waarschuwde me dat er iemand gewond zou raken.

Meine Berufung.
Mijn benoeming.

Er hat Berufung eingelegt.
Hij heeft beroep aangetekend.

Ich habe meine Berufung gefunden.
Ik heb m'n roeping gevonden.

Er weiß von der Berufung.
Hij weet wel van de roepingen.

Für jede Universität wurde ein Richtwert für die Berufung neuer Professorinnen festgesetzt.
Elke universiteit kreeg een streefcijfer voor de benoeming van nieuwe vrouwelijke hoogleraren.

Cal hatte eine Berufung.
Cal had een visioen.

Die fehlerhaften Beweise in Shauns Berufung.
Het gebrekkige bewijs in Shauns beroep.

Er hatte eine Berufung.
Hij had een roeping.

Aus diesem Grunde spreche ich mich gegen seine Berufung an die Spitze der Exekutivkommission aus.
Daarom spreek ik mij uit tegen zijn benoeming als hoofd van de Commissie.

Jared, ich hatte eine Berufung.
Jared, ik had een visioen.

Weil er eine Berufung hatte?
Omdat hij een roeping had?

Peter hat Berufung eingelegt.
Peter heeft beroep aangetekend.

Da ist zunächst die Berufung der neuen Kommission.
Mijn eerste thema is de benoeming van de nieuwe Commissie.

Ich hatte eine Berufung.
Ik had een visioen.

Nein, Subway-Sandwich-Artist zu sein, war nicht meine Berufung.
En nee, sandwiches klaarmaken bij Subway was niet mijn roeping.

Hoyt verlor ihre Berufung.
Hoyt verloor haar beroep.

Im Juni 1885 folgte seine Berufung zum Attorney General.
In 1888 volgde zijn benoeming tot procureur-generaal.

Du hattest keine Berufung.
En jij had het visioen niet.

Sie haben Ihre Berufung verpasst.
Ik denk dat je je roeping hebt gemist.