Voorbeelden van het gebruik van Die post in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Aber die Post häufte sich nicht.
Denk an die Post. Denk an die Post.
An8}Lois, die Post stellt ein.
Die Post wird wieder auferstehen, mein Freund.
Die Post ist da?
Du… hast die Post verpasst.
Je hebt de post gemist.Dein Buch. Es war nur die Post.
Het is je boek. Het is de postbode maar.Sie übernehmen das Radio, die Polizei, die Post, alles.
Ze nemen Die Post ist da unten auf Ihrer Linken.
Het postkantoor is daar links.Die Post hat eine Million Leser.
De Post heeft een miljoen lezers.Wann kommt die Post?
Wanneer is er post?Tut mir leid. Es war nur die Post.
Sorry. Het is de postbode maar.Die Post ist seit Ostern geschlossen.
Het postkantoor is met Pasen dichtgegaan.Die Post von heute.
De post van vandaag.Sehe ich aus wie die Post?
Ik? Zie ik eruit als de postbode?Wir mussten die Post informieren, unsere Kunden, unsere Lieferanten.
We moesten het postkantoor, onze cliënten en leveranciers inlichten.Aber die Post unserer Kunden ist vertraulich.
Maar de post van ons cliënteel is vertrouwelijk.Die Post hat geschlossen.
Het postkantoor is gesloten op woensdagochtend.Liest du auch die Post von deiner Mama?
Lees jij ook de post van je moeder?Menschen, die Post.
Met mensen, het postkantoor.
