Voorbeelden van het gebruik van Periode in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Mrs. Lundgren hat versucht, ihre Periode abzusaugen.
Wann hatten Sie Ihre letzte Periode, Mrs. Warren?
Wanneer had je laatst je maandstonden, Mrs Warren?Passiert das jetzt jeden Monat, wie meine Periode?
Komt dit maandelijks terug, zoals m'n ongesteldheid?Ich behandelte die Periode,- als Leonhard Euler,-.
André-Léonard(ELDR), Berichterstatterin.-(FR) Herr Präsident,„Nunmehr endet die Periode des Unglücks.
André-Léonard(ELDR), rapporteur.-(FR) Mijnheer de Voorzitter,„Vandaag komt een tijd van tegenslag ten einde.Unklar. Diamond, hast du deine Periode?
Aber wir wurden nur wegen unserer Periode verspottet.
Werden we beschimpt over onze menstruatie.Bekommen Sie Ihre Periode unregelmäßig?
Sie wollen was über ihre Periode wissen?
Je wil weten over haar maandstonden?Essen zwischen den Zähnen, ihre Periode.
Zoals etensresten tussen hun tanden, ongesteldheid.Warum hatte ich dann noch keine Periode?
Waarom ben ik dan nog niet ongesteld?Und du bist ein Geschäftsfuzzi? Klingeling! Blau, Periode.
Vat je hem, blauw, periode.Für deine Periode.
Voor je menstruatie.Ich bezweifle, dass sie überhaupt weiß, was'ne Periode ist.
Ik denk zelfs niet dat ze weet wat maandstonden zijn.Ich dachte, es ist die Periode.
Ik dacht een heftige ongesteldheid.Wir wissen nicht sehr viel über diese Periode der Erdgeschichte.
We weten weinig van die tijd op Aarde.Wann hattest du deine erste Periode?
Wanneer was je voor het eerst ongesteld?Aber ganz besonders eure blaue Periode.
Vooral jullie blauwe periode.Wochen nach dem Datum ihrer letzten Periode.
Het is veertig weken na haar laatste menstruatie.und ich meine Periode.
ik heb net mijn maandstonden.
