RATET - vertaling in Nederlands

• raad
• raad eens
• weet
• raadt
• raden

Voorbeelden van het gebruik van Ratet in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ratet, wer diese Woche wen vögelt?
Raad eens wie met wie neukt deze week?

Ratet, wer ich bin?
Raad 's wie ik ben?

Wenn Purzelbaumschlagen nichts bringt, ratet!
En als je salto niet werkt… raden.

Ratet mal, wer mich gestern anrief?
Weet je wie me heeft gebeld?

Ratet, wer allergisch gegen Eddie ist?
Raad eens wie er allergisch is voor Eddie?

Und ratet mal, wer ihr Boss ist?
En raad eens wie haar baas is?

Ratet mal, wie er mich neulich nannte?
Weet je hoe hij me laatst noemde?

Ratet, wer hier ist!
Raad eens wie hier is!

Ratet mal, wer mich heute anrief?
Raad eens wie me vandaag belde?

Ratet mal, wo sie zur Schule ging?
Weet je op welke High School ze zat?

Ratet, wen ich morgen treffe.
Raad eens wie ik morgen ga ontmoeten.

Ratet mal, wo ich bin.
Raad eens waar ik ben.

Ratet mal, wer in meinem Fitnessstudio trainiert?
Weet je wie er in m'n fitness- centrum traint?

Ratet, was ich geschafft habe?
Raad eens wat ik heb gedaan?

Und ratet mal mit wem.
En raad 'ns met wie.

Ratet mal, wer heute Quarterback spielt?
Weet je wie zou moeten quarterbacken vanavond?

Leute! Ratet, wer hier ist!
Mensen, raad eens wie er is!

Und ratet mal mit wem.
En raad eens met wie.

Ratet mal, wen ich gestern getroffen habe. Ach was.
Weet je wie ik gisteren tegenkwam? Ik denk het niet.

Ratet, was ich hinter dem Rücken habe.
Raad eens wat ik achter m'n rug heb.