RAUSCHEN - vertaling in Nederlands

• ruis
• geluid
• lawaai
• geruis
• haasten
• gebrul
• geritsel
• ruisen
• noise
• ritselen
• gekraak

Voorbeelden van het gebruik van Rauschen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich bekomme bloss Rauschen.
Ik hoor alleen gekraak.

das geometrische Äquivalent von Rauschen.
zo… het geometrische equivalent van lawaai.

Ich kann die Blätter nicht rauschen hören.
Ik hoor de bladeren niet ritselen.

Dylan, mach mal weißes Rauschen.
Dylan, maak wat witte ruis.

Aber ich werde nicht mehr dem Rauschen zuhören.
Ik ga niet meer luisteren naar je geruis.

Auf dem Weg hier hoch hörte ich Wasser rauschen.
Op de weg naar boven hoorde ik het geluid van water.

Es gibt keine Kabelauslösung, kein Rauschen.
Er is geen kabeluitgang, geen lawaai.

Das war also dieses weiße Rauschen.
Dat was dus die witte ruis.

Rauschen Was ist das?
Wat is dat gekraak?

Ich hasse das Rauschen des Meeres.
Ik haat het ruisen van de zee.

Herr Präsident! Ich werde versuchen, mich über das Rauschen hinweg verständlich zu machen.
Mijnheer de Voorzitter, ik zal pogen boven het geruis uit te komen.

Sie, dass Sie das Rauschen des Meeres unterdrücken.
Je dat je onderdrukt het geluid van de zee.

Das war also dieses weiße Rauschen.
Dat was dus dat witte lawaai.

Nur… dieses Rauschen.
Alleen dit. Alleen ruis.

Es gibt keine Kabelauslösung, kein Rauschen.
Er is geen kabellift, geen geluid.

MKP, isoliertes Klicken und Rauschen.
MVP, geïsoleerde klik en geruis.

In diesem Moment, ist es nur ein Rauschen.
Dat is alleen nog maar lawaai.

Nur Rauschen.
Alleen maar ruis.

Bei schlechten Lichtverhältnissen ist fotografisches Rauschen sowie Detailverlust zu bemerken.
Bij weinig licht is fotografisch geluid merkbaar, evenals detailverlies.

Meine Knie sind schwach und ich höre ein Rauschen in meinen Ohren.
Mijn knieën zijn slap en ik hoor geruis in mijn oren.