STOPP - vertaling in Nederlands

• stop
• hou op
• halte
• stoppen
• halt

Voorbeelden van het gebruik van Stopp in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Geregnet hat es gestern in neun amerikanischen Städten.- Stopp.
Het heeft gisteren in negen Amerikaanse steden geregend.- Stop.

Du darfst die Kleidung nicht behalten. Stopp.
Je mag de kleren niet houden. -Stop.

Unser erster Stopp ist die WitSec Anlage in Colorado.
Onze eerste halte is de getuigensector in Colorado.

Stopp, Abuela. Ich behalte das Baby nicht.
Hou op, abuela. Ik hou de baby niet.

Er ist ein guter Mensch.- Stopp.
Hij is een goed mens.- Stop.

Echt jetzt? Clay, stopp!
Echt? Clay, halt.

Ich sagte, stopp!
Ik zei stoppen.

Ran an die Wand!- Stopp!
Tegen de muur. -Stop.

Nächster Stopp, Horizon.
Volgende halte, Horizon.

Stopp, er ist krank.
Hou op, hij is ziek.

Ich kann das nicht, stopp.
Ik kan het niet, stop.

Einheit, stopp!
Eenheid, halt.

Mommy.- Stopp!
Annie. -Stop.

Stopp! Und Gott sprach:"Stopp!
Stoppen! En God zei:"Stoppen!

Nächster Stopp: Askaban!
Volgende halte, Azkaban!

Stopp, sage ich!
Hou op, zeg ik!

Genug von dem Badewannen-Gerede. Stopp.
Genoeg gepraat over het bad. Stop.

Dads, stopp!
Vaders, halt.

Stopp. Ich meine es ernst!
Stoppen! Ik meen het!

Das wäre nach Miami unser nächster Stopp gewesen.
Het was onze volgende halte na Miami toch.