WEGRENNEN - vertaling in Nederlands

vluchten
flüge
fliehen
weglaufen
abhauen
flüchten
wegrennen
davonlaufen
flucht
entkommen
flã1⁄4ge
weglopen
weglaufen
abhauen
gehen
davonlaufen
wegrennen
weg
durchbrennen
fliehen
verlassen
verschwinden
wegrennen
weglaufen
abhauen
davonlaufen
weg
fliehen
läufst weg
weg
raus
straße
gehen
fort
verlassen
abhauen
unterwegs
entfernt
hier weg
draußen
vlucht
flüge
fliehen
weglaufen
abhauen
flüchten
wegrennen
davonlaufen
flucht
entkommen
flã1⁄4ge
voor vluchten
für flug
gaan lopen
laufen
zu fuß gehen
gehen
spazieren gehen
abgehauen
weggerannt
wandern
herumlaufen

Voorbeelden van het gebruik van Wegrennen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ich kann nicht wegrennen.
Als ik vlucht, houdt het nooit op.
Du willst nur wegrennen.
je wilt gewoon weg.
Vielleicht sollten wir beide dann zusammen wegrennen.
Misschien moeten jij en ik dan maar samen weglopen.
Das Zimmermädchen, das die Leiche fand, sah einen Mann wegrennen.
De huishoudster die het lichaam gevonden heeft zag een man wegrennen.
Sie würden nie wegrennen.
Ze zouden niet vluchten.
Ich soll wegrennen.
Wil je dat ik vlucht?
Darum konnte er nicht wegrennen.
Daarom rende hij niet weg.
Elliot! Du kannst nicht einfach so wegrennen.
Elliot! Je mag niet zomaar weglopen.
Wegrennen war die einfachste Lösung.
De makkelijkste oplossing was wegrennen.
Du kannst nicht immer wegrennen.
Je kan niet blijven vluchten.
Wie sieht es aus, wenn Sie wegrennen?
En als je vlucht,?
Hi. Bitte nicht wegrennen.
Hoi, loop alsjeblieft niet weg.
Ich kann davor nicht wegrennen.
Ik kan daar niet van weglopen.
sah einen Mann wegrennen.
heeft een man zien wegrennen.
Ihr hättet wegrennen sollen.
Je had moeten vluchten.
Glaubst du… du kannst einfach wegrennen?
Denk je dat je gewoon weg kunt?
Entlassen werden, wegrennen, sterben.
Ontslagen worden, weglopen, doodgaan.
Du kannst vor mir nicht mehr wegrennen.
Je kunt niet langer voor me wegrennen.
Ich dachte, du würdest wegrennen.
Ik had gedacht dat je zou vluchten.
Du hättest nicht wegrennen müssen.
Je had niet weg hoeven stormen.
Uitslagen: 419, Tijd: 0.1036

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands