WEGLOPEN - vertaling in Duits

• Weglaufen
• abhauen
• gehen
• davonlaufen
• wegrennen
• weg
• durchbrennen
• fliehen
• verlassen
• verschwinden
• einfach
• ausreißen
• fortlaufen
• davonrennen
• abfließen
• rausspazieren
• davonspazieren
• rauslaufen

Voorbeelden van het gebruik van Weglopen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Moeten we weglopen en ons aansluiten bij een piratenschip?
Sollen wir durchbrennen und bei Piraten anheuern?

Soms wil ik gewoon weglopen.
Manchmal will ich einfach wegrennen.

Je kunt niet steeds weglopen.
Du kannst nicht immer davonlaufen.

Ik moet gewoon weglopen.
Ich muss einfach gehen.

Je kunt nu niet het geld pakken en weglopen.
Du kannst jetzt nicht das Geld nehmen und abhauen.

Hij wilde met me trouwen en weglopen.
Er wollte mich heiraten und weglaufen.

Als we weglopen, zullen ze ons vinden.
Wenn wir fliehen, werden sie uns finden.

Weglopen van mijn leven?
Mein Leben verlassen?

Niet weglopen als ik tegen je praat!
Lauf bloß nicht weg, wenn ich mit dir rede!

Je had ze allebei onder je arm kunnen nemen en met hen weglopen.
Ich dachte schon, du würdest dir beide schnappen und mit ihnen durchbrennen.

Je kunt niet blijven weglopen.
Du kannst nicht immer wegrennen.

Ja, ik kan weglopen.
Ja, ich könnte gehen.

Laat de kippen niet weglopen.
Lass die Hühner nicht abhauen.

Je kunt niet blijven weglopen.
Sie können nicht ewig davonlaufen.

Soms bad ik, laat me weglopen.
Manchmal betete ich Lasst mich weglaufen.

Want ik kan op elk moment weglopen, en zonder mij, ben je niets.
Denn ich kann jederzeit verschwinden, und ohne mich sind Sie nichts.

Je kan weglopen, maar je kan je niet verbergen.
Du kannst fliehen, aber du kannst nicht entkommen.

Wij kunnen weglopen van de top.
Wir können den Gipfel verlassen.

Niet weglopen als ik tegen je praat.
Lauf nicht weg, wenn ich mit dir rede.

Er is nog een goede reden waarom we moeten weglopen.
Es gibt einen weiteren guten Grund, warum wir durchbrennen sollten.