Voorbeelden van het gebruik van Weglopen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik zal nooit meer weglopen.
kun je weglopen.
Soms kunnen we niet weglopen van het lot.
Weglopen, dames? Oh, Oh Lorca?
Het weglopen van Mandy was een echte openbaring.
Je had moeten weglopen toen je de kans had, oude man.
bedankt dat we met je mochten weglopen.
Jullie mogen niet weglopen.
Alleen aankijken en weglopen.
Ik zal niet van je weglopen.
Je kunt niet altijd zomaar weglopen.
Bij hem weglopen is bijna onmogelijk.
Weglopen, dames? Oh, Oh Lorca.
Weglopen is zo goed als schuld bekennen.
Je had moeten weglopen toen je de kans had, oude man.
Als je bang bent dat ik zou weglopen, niet doen.
Ze zullen uiteindelijk boos weglopen.
Je kan niet weglopen.
Je kunt nu niet weglopen.
Ik kan niet zomaar weglopen, D'reen.