WOHNORT - vertaling in Nederlands

• woonplaats
• verblijfplaats
• huis
• woning
• woont
• location
• plaats
• wonen
• waar

Voorbeelden van het gebruik van Wohnort in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Polizeiliche Tätigkeit am Wohnort von Ben Stone.
De politie is in het huis van Ben Stone.

Wohnort: unprätentiös Pflanze,
Location: pretentieloze plant,

Ich meine, als Wohnort?
Als plaats, bedoel ik?

Sie müssen Kontakt aufnehmen über den Wohnort Standort.
U moet contact opnemen met over de woonplaats locatie.

Das ist das Gebiet rund um den Wohnort des Künstlers.
Dit is het gebied rond het huis van de kunstenaar.

Wohnort: lindheimera dürreresistenten,
Location: pretentieloze,

Mit einer Toplage beweist sich Bektas als beliebter Wohnort.
Door zijn toplocatie is Bektas een populaire woonplaats.

Das Baby muss sich auch am Wohnort anmelden.
De baby moet zich ook registreren in de woonplaats.

Sie haben die Ernährung oder den Wohnort dramatisch verändert;
Je hebt het dieet of de woonplaats drastisch veranderd;

Und sein letzter Wohnort war Middletown.
En Middletown was z'n laatste woonplaats.

Name, Alter, Beruf und den Wohnort.
Uw naam, leeftijd, beroep en woonplaats.

Beruf und Wohnort.
leeftijd en woonplaats.

Ihren Namen, Wohnort und.
en elk decennium haar woonplaats en uitstraling.

Name und Wohnort.
Naam en woonplaats.

Beruf und Wohnort.
beroep en woonplaats, alstublieft.

Sie versteckten es im Wald, zwei Stunden von Ihrem Wohnort entfernt.
Je verstopt het in het bos… wat, twee uur van je woonplaats verwijderd was.

Ihr braucht also einen Wohnort.
Dus jullie zoeken 'n woonplaats.

Jetzt der Wohnort. Ihren letzten Wohnort.
Nu de laatste plaats waar je woonde.

Dann ergriff sie das Beben und sie wurden in ihrem Wohnort zu leblosen Körpern.
Toen greep de aardbeving hen en zij werden doden in hun huizen.

Du musst alle kennen und jeder Wohnort hat eine Zahl.
En elke woonplek heeft een nummer.