Voorbeelden van het gebruik van Can't trust him in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
You can't trust him!
U kunt hem niet vertrouwen.We can't trust him… me and you.
We kunnen hem niet vertrouwen.No! You can't trust him!
Je kan hem niet vertrouwen! Nee!He believes in me so much that I can assure you we can't trust him.
Zoveel dat ik u You can't trust him, Honor.
Je kunt hem niet vertrouwen, Honor.But clearly we can't trust him.
We kunnen hem niet vertrouwen.Whatever he says to you… you can't trust him.
Wat hij ook zegt… je kan hem niet vertrouwen.But you can't trust him.
Je kunt hem niet vertrouwen.But we can't trust him.
Maar we kunnen hem niet vertrouwen.Something's happening in the Federation, secret meetings,… can't trust him.
Er gebeurt iets bij de Federatie… geheime bijeenkomsten kan hem niet vertrouwen.Well, three. You can't trust him.
Je kunt hem niet vertrouwen. Nuja, drie.Oh! We can't trust him!
Oh! We kunnen hem niet vertrouwen!No, Kurt, you can't trust him.
Nee, Kurt, je kan hem niet vertrouwen.You can't trust him. Limehouse?
Je kunt hem niet vertrouwen. Limehouse?We can't trust him. As much as that?
We kunnen hem niet vertrouwen. Zo veel?You don't know that, you can't trust him.
Dat weet je Limehouse? You can't trust him.
Jij kunt hem niet vertrouwen. Limehouse?As much as that? We can't trust him.
We kunnen hem niet vertrouwen. Zo veel?You can't trust him. Limehouse?
Jij kunt hem niet vertrouwen. Limehouse?We rationalized, but we can't trust him.
Ik dacht dat we het eens waren? We rationaliseerden, maar we kunnen hem niet vertrouwen.
