HATE THAT WORD - vertaling in Nederlands

• haat dat woord
• háát dat woord
• een hekel aan dat woord

Voorbeelden van het gebruik van Hate that word in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

You know I hate that word.
Je weet, dat ik dat woord haat.

I hate that word.
Ik bedoel, ik haat dat woord.

You know I hate that word, right?
U weet dat ik dat woord haat hè?

You keep saying"thanks." I hate that word.
Ik heb 'n hekel aan dat woord.

I hate that word."Freak.
Ik haat het woord."gek.

Luddite," God, I hate that word,?
Digibeet is toch een vreselijk woord?

I hate that word"thanks".
Ik heb 'n hekel aan dat woord.

You know I hate that word.
Ik verfoei dat woord.

I hate that word"hulking".
Ik haat het woord lomp.

I hate that word. Maybe.
Ik haat het woord.- Misschien.

I hate that word.
Wat een rotwoord.

You know I hate that word.
Je weet dat ik een hekel heb aan dat woord.

For the record, I hate that word…"artiste.
Voor de goede orde, ik haat 't woord.

Will, you know I hate that word.
Je weet dat ik dat woord vreselijk vind.

I hate that word.
Wat een vreselijk woord.

I hate that word. Maybe.
Misschien. Ik haat het woord.

We don't call that‘unburdening'(‘ontzorgen' in Dutch), I hate that word, haha.”.
Dat noemen we niet ontzorgen, ik heb een hekel aan dat woord, haha.”.

Me-time(I hate that word, but you get what I mean) is essential.
Me-time(ik haat het woord, maar je begrijpt wel meteen wat ik bedoel) is noodzakelijk.

Believe"… I hate that word, but it sounds different coming from you.
Ik haat het woord, maar het klinkt anders als het van jou komt.

I hate that word, but somehow when you say it doesn't sound so bad.
Ik haat het woord, maar het klinkt anders als het van jou komt.