Voorbeelden van het gebruik van Have to talk to you in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dodo, I have to talk to you.
Ted, I have to talk to you.
Yeah?- We have to talk to you. Mom?
Hi. We have to talk to you.
Dani, I have to talk to you.
Dani, ik moet met je praten.Franz, I have to talk to you.
Franz, ik moet je spreken.Go away! Yeager, we have to talk to you.
Yeager, we moeten met je praten. Ga weg!James, we have to talk to you.
James, we moeten je spreken.Dolly, I have to talk to you.
Dolly ik moet met je praten.Petra, I have to talk to you.
Petra, ik moet je spreken.Mama Jeanne, we have to talk to you.
Mama Jeanne, we moeten met je praten.Hey. I have to talk to you.
Hoi. Ik moet met je praten.Daddy, I have to talk to you.
Papa, ik moet je spreken.Hello, Hugo.- We have to talk to you.
Hallo, Hugo.- We moeten met je praten.I have to talk to you, Larry.
Ik moet met je praten, Larry.Like"duck. I have to talk to you.
Zoals"bukken. Ik moet je spreken.Caesar, I have to talk to you.
Caesar, ik moet met je praten.Bob, I have to talk to you.
Bob, ik moet je spreken.Kim, I have to talk to you.
Kim, ik moet met je praten.Excuse me, but I have to talk to you.
Sorry, maar ik moet je spreken.
