Voorbeelden van het gebruik van Need to talk to you in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hello. I need to talk to you, Rog.
I need to talk to you about Dessie and Petrie.
Mr. Clarke, I have something I need to talk to you about.
Mr Clarke, ik heb iets dat ik met je moet bespreken.We need to talk to you.
We need to talk to you, Harry.
We need to talk to you, Calvin.
Foss, I need to talk to you.
I need to talk to you, Rog. Hello.
Hallo?- Ik moet met je praten, Rog.Norman, I need to talk to you.
Yes, I need to talk to you.
Ja, ik moet je spreken.Sam, please, there's something important I need to talk to you about.
Sam, er is iets belangrijk wat ik met je moet bespreken.We need to talk to you about Greg.
We willen met je praten over Greg.We need to talk to you a minute.
And we need to talk to you.
En we moeten je spreken.Alvarez, we need to talk to you.
Alvarez, we moeten met je praten.I need to talk to you about Karen Bassett.
Ik wil met je praten over Karen Bassett.Curtis. I need to talk to you.
Curtis, ik wil je spreken.Ah- Xev, I need to talk to you.
Ah- Xev, ik moet met je praten.Alex, I need to talk to you.
Alex, ik moet je spreken.There's just… I have something I need to talk to you about.
Er is iets wat ik met je moet bespreken.
