Voorbeelden van het gebruik van It really you in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Is it really you, Harry? Harry Jim?
Is it really you? Harold? Hutton?
Hutton? Harold? Ben jij 't echt?Is it really you, Tae-eul?
Ben jij het echt, Tae-eul?Is it really you, Dad?
Ben jij het echt, papa?Was it really you playing?
Was jij het echt die dat speelde?Coop? Coop, is it really you?
Coop? Coop, ben jij het echt?Coop, is it really you? Coop?
Coop? Coop, ben jij het echt?Is it really you, Will?
Is het echt jij, Will?Is it really you, my lord Elijah?" he asked.
Bent u het werkelijk, Elia?" vroeg hij.Is it really you in person?
Colonel, is it really you?
Is it really you?
Ben je 't echt?Father, is it really you?
Vader, ben jij dit echt?Is it really you?
Zijn jullie het echt?Laurie. Is it really you, Laurie?
Maia, is it really you?
Maia, ben jij dat echt?Nariko, is it really you?
Nariko, ben jij dat echt?You're it really you?
Jij bent hem echt he?Jace… is it really you?
Jace, ben jij dat echt?Is it really you Odi?
Ben jij dat echt Odi?
