SCHOOLTEACHER - vertaling in Nederlands

• leraar
• lerares
• onderwijzer
• schooljuf
• schoolmeester
• schoolleraar
• schooljuffrouw
• schooldocent
• schoollerares

Voorbeelden van het gebruik van Schoolteacher in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Retired schoolteacher, by the looks. i am?
Gepensioneerde schoolmeester, zo te zien?

Our schoolteacher has changed her mind.
Onze schooljuffrouw is van gedachte veranderd.

Schoolteacher. You… you are American?
Schoolleraar. U bent Amerikaan?

Alice? The schoolteacher, right?
De lerares, toch?- Alice?

A teenager, an astronaut and a schoolteacher.
N Teenager, 'n astronaut en 'n schooljuf.

Formerly a schoolteacher.
Voormalig leraar.

She was a schoolteacher specialising in needlework
Ze was een onderwijzer die gespecialiseerd zijn in het handwerk

Your schoolteacher is in grave danger," etcetera.
Uw schooljuffrouw is in gevaar, et cetera.

Schoolteacher, take your hat off your head. Come on.
Kom op. Schoolmeester, haal die hoed van je hoofd.

Schoolteacher, take your hat off your head.
Schoolleraar, doe die hoed af.

Waterboarding a civilian- A schoolteacher.
Een burger verdrinken. Een schoollerares.

You sound like a schoolteacher.
Je lijkt wel een schooljuf.

He's a schoolteacher.
Hij is schooldocent.

Soon. You should marry the schoolteacher.
Binnenkort. Trouw met die lerares.

You're the schoolteacher.
U bent leraar.

Schoolteacher, what are you doing up here?
Schoolmeester, wat doe jij hier?

Schoolteacher.- My father.
Een schoolleraar.-M'n vader.

He was not a schoolteacher.
Hij was geen onderwijzer.

You know, for a supposed artist, you dress like a schoolteacher.
Voor een zogenaamde artiest kleed jij je als een schooljuffrouw.

Miss Ost was my schoolteacher.
Miss Öst was mijn schoollerares.