WAS THE YOUNGEST - vertaling in Nederlands

• was de jongste
• jongste
• was de oudste
• is de jongste

Voorbeelden van het gebruik van Was the youngest in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Hardy was the youngest of five children.
Hardy was de jongste van vijf kinderen.

I was the youngest of three boys.
Ik was de jongste van drie zonen.

She was the youngest of the daughters.
Ze was de jongste van de dochters.

No, but he was the youngest.
Nee, maar hij was de jongste.

Sean was the youngest. And the only one that got away.
Sean was de jongst en de enige die wegkwam.

He was the youngest of nine children, and led a pampered and spoiled life.
Mirkovig Hirken had een zorgeloze jeugd als de jongste van negen kinderen.

He was the youngest of the six children in the family.
Van de zes kinderen in het gezin was hij de jongste.

David was the youngest; the three oldest followed Sha'ul.
En David was de kleinste; en de drie grootsten waren Saul nagevolgd.

Which of Jacob's sons was the eldest and which was the youngest?
Welke zoon van Jacob was de oudste en welke de jongste?

I was the youngest.
Ik was het nakomertje.

Reuven was the oldest, Benjamin was the youngest.
Reuven was de oudste en Benjamin de jongste.

I was the youngest of three By then my parents were like.
Ik was de derde en mijn ouders dachten.

Fraser was the youngest of five children and grew up in poverty.
Persyn was de tweede zoon van een gezin met vijf kinderen en groeide op in Brasschaat.

Smith was the youngest in a family of eight children.
Smith was nakomertje in een gezin van acht kinderen.

Jakob was the youngest of three children, having two older sisters.
Hij was de jongste uit het gezin: Jacob had ook nog twee ouder zussen.

Felipe was the youngest of seven children.
Philippus was het jongste van vermoedelijk zeven kinderen.

Ralf Schumacher was the youngest ever driver on the podium.
Ralf Schumacher werd jongste rijder ooit op het podium in de Formule 1.

I was the youngest.
Ik was het jongst.

Harvey was the youngest of ten children.
Hij was de jongste van tien kinderen.

This subject was the youngest of the group. Age.
Leeftijd. Hij was de jongste van de groep.